Als je me al een tijdje volgt, een masterclass, trainings -en of coachingsprogramma bij me hebt gevolgd, dan weet je dat één van de aspecten van mijn visie op ontspannen opvoeden is dat alle emoties oké zijn.
Het is oké om boos te zijn, om bang te zijn, om verdrietig te zijn, net zo goed als dat het oké is om blij te zijn. Door die emoties te uiten help je niet alleen jezelf, maar ook je kind om zijn/haar emotionele intelligentie beter te ontwikkelen. In een eerder blog beschreef ik hier al de voordelen van zoals meer zelfvertrouwen, betere sociale vaardigheden, en stressbestendiger zijn. Samengevat als je emotionele intelligentie goed ontwikkeld is, bevestigen onderzoeken dat je ook gelukkiger bent.
Maar niet alle emoties zijn altijd wat ze lijken. Vooral de emotie ‘boosheid’ kan een wolf in schaapskleren zijn.
Als het tijd is voor je kind om te gaan slapen, maar ze willen niet gaan slapen bijvoorbeeld. Je kleuter blijft uit zijn bed komen, dan moet ze nog een keer plassen, dan heeft ze weer dorst, dan is ze bang…hoe jong ze soms zijn, zo vindingrijk zijn ze al in het verzinnen van smoezen om niet te hoeven slapen. En vaak gebeurt dit op die momenten dat jouw energieniveau al laag is. Dat je na een drukke dag, waarbij je kind je de hele dag heeft beziggehouden echt even behoefte hebt om op die bank te zitten en even lekker niks te doen (of ja, wellicht even lekker een nieuwe serie te Netflixen).
Op zo’n moment dat je kind niet wil slapen, jij aan het eind van je latijn bent, dan word je boos. Als soort van laatste redmiddel omdat je dan hoopt dat je kind wel wil gaan slapen.
Wat er echter vaak achter die boosheid schuil gaat, is frustratie. Frustratie omdat je kind niet wil luisteren en ze niet gaat slapen. Frustratie omdat jij te weinig tijd voor jezelf hebt of misschien frustratie omdat je het idee hebt dat je er altijd alleen voor staat.
Of wat als je je kind van school komt ophalen en je alle kinderen uit zijn klas al naar huis zijn, maar je jouw kind nog niet gezien hebt? Als het schoolplein redelijk verlaten is en jij daar als laatste ouder staat, kun je je best zorgen gaan maken. Heb je je kind misschien niet gezien? Is er iets gebeurd waardoor hij nog niet naar buiten is gekomen? Heb je een berichtje van de juf gemist? En dan herinner je je ook nog dat jullie snel naar huis moeten, want de oudste moet dadelijk gaan sporten en je hebt een hekel aan te laat komen. Dus waar is je kind nu? Wat begon als ongerustheid, slaat dan om in boosheid. Zodra je kind eindelijk aan komt lopen, heb je al snel de neiging om boos te zeggen waar je kind bleef want hij weet toch dat de oudste moet sporten? En dan blijkt het iets heel onschuldigs te zijn waarom hij later is, bijvoorbeeld omdat hij de juf nog geholpen heeft in de klas met opruimen. In dit geval zit achter jouw boosheid ook frustratie.
En zo zijn er nog meer situaties te bedenken. Soms ben je misschien boos op je kind, omdat het iets heeft gedaan wat jij ergens wel begrijpt (het blijven tenslotte kinderen), maar je bent bang voor de reacties van andere ouders. Je zou niet willen dat ze jou een slechte ouder vinden.
Zoals in het begin aangegeven, is het helemaal oké om boos te zijn. Ben je er alleen wel bewust van dat wanneer je boos wordt op je kind, je kind hiervan kan schrikken en bang van je kan worden. En dat is vaak niet wat we willen bereiken.
Probeer daarom te onderzoeken wat er echt achter je boosheid zit. Als je je daarvan bewust bent, kun je daarmee aan de slag. Vaak bereik je daar meer mee dan om boos uit te halen naar je kind of iemand anders die dicht bij je staat.
Dat alle emoties oké zijn, is ook een tip die ik met je deel in mijn gratis e-book: ‘Alles wat je aandacht geeft groeit. Hoe je geen perfecte ouder hoeft te zijn om je kind te helpen gelukkig te worden’
In dit e-book vind je tips hoe je je kind kan helpen de beste versie van zichzelf te worden, op zo’n manier dat ook jij kan genieten van je kind en jezelf ook goed voelt.
Als je benieuwd bent naar deze tips, klik dan hier.