Over een beschimmelde meloen, of toch niet?

Een weetje over mij, ik hou veel van fruit maar met meloen maak je mij niet blij. Niet dat ik het extreem vies vind, maar als je mij laat kiezen zal ik nooit voor de meloen gaan. Dat is al zo van jongs af aan, ik kan me nog herinneren dat mijn opa elke week naar de markt ging om vers fruit te halen. En elke keer als hij dan meloen meenam, vroeg hij of ik ook een stukje wilde. Wat ik elke keer natuurlijk afsloeg omdat ik er niet van houd. Dat is een grapje dat nog vaak in onze familie rondgaat.

En nu is het zo dat wij zelf ook vaak rechtstreeks bij de boer onze groenten en fruit proberen te halen. Niet alleen omdat er dan nog meer vitamientjes in zitten, maar we vinden het ook gewoon een stuk beter smaken.

Dus omdat de rest van mijn gezin wel van meloen houdt, was er laatst een meloen in huis. Mijn man sneed de meloen aan en zag er allemaal witte plekken in zitten. Dus vroeg hij aan mij of de meloen beschimmeld was. En hoewel ik lang heb doorgestudeerd (tot een master degree aan toen), en ik van mening ben dat je altijd blijft leren, heb ik dat (nog) nooit geleerd.

Er is zoveel wat je niet op school leert

Toen ik er dus over na ging denken, besefte ik dat je zoveel niet op school leert, maar van je ouders. En dat begint al als je jong bent. Nog voor je kind een school van binnen heeft gezien, heb je waarschijnlijk al honderden keren gezegd dat hij niet moet schreeuwen. En heb je hem al (op z’n minst) kennis laten maken met het eten met een vork. En hem verteld dat hij lief moet zijn en zijn zusje niet mag slaan.

Maar naast bepaalde omgangsvormen, waarden en normen, leer je je kind nog veel meer. Op school leer je niet of je vanillevla nog eetbaar is, of wanneer je beter niet meer aan die kiwi kan beginnen. En dat is maar goed ook, want als dat ook nog in het lesprogramma opgenomen moest worden….Nou ja, dat kan je waarschijnlijk zelf wel invullen 🙂

Jij als voorbeeld

Als ouder zijnde ben je al heel veel, maar vaak zonder dat we het doorhebben, ook een voorbeeld voor ons kind. Ons kind leert veel meer van ons gedrag dan van onze woorden. We kunnen heel vaak zeggen dat je kind niet moet schreeuwen, maar waarschijnlijk moet je het zelf nog vaker zeggen als je daarbij zelf ook schreeuwt. Want doordat jij het voordoet, is je kind sneller geneigd om je na te doen.

Wat wil jij voor je kind?

Als je terugkijkt op een gemiddelde werkweek? Wat is het gevoel dat dit bij je oproept? Overheerst er een blij gevoel of meer een druk en gestrest gevoel zoals het merendeel van de ouders?
Heb je het gevoel dat je te kort schiet op je werk, maar ook bij je kinderen, dat je het eigenlijk nooit goed kan doen? Baal je dat je zo gestrest was dat je uit de bocht vloog tegen je kind om iets kleins?
En hoe kijk je naar jezelf? Ben je oké met wie je bent of zou je graag iets aan jezelf veranderen? Zou je wel meer voor jezelf op willen komen of meer vertrouwen hebben in jezelf?

En wat wil je voor je kind? Zou je willen dat je kind ‘later als het groot is’, ook gestrest door het leven gaat? Dat hij ’s morgens ook opstaat om de hele dag van hot naar her te rennen en aan het eind van de dag vermoeid in bed te ploffen waarbij hij terugkijkt op een drukke dag, waarbij hij probeert alles perfect te doen voor anderen maar zichzelf compleet vergeten is?

Ik denk dat het antwoord op deze laatste vraag wel duidelijk is. Als we dit niet willen voor ons kind, waarom willen we dat dan wel voor onszelf? Waarom gunnen we onszelf niet meer rust, meer tijd voor onszelf en laten we perfectionisme varen?

Want hoe moet ons kind dat leren, als we het zelf niet laten zien?

Een eerste stap

Is om meer van jezelf te gaan houden. En dat kan echt zonder dat je daarbij je kinderen te kort doet. Want als jij een gelukkige, ontspannen jij bent, straalt dit ook af op je kind. Want dat voel je je niet constant gestrest en heb je een kort lontje. Dan heb je weer meer energie om leuke dingen te doen met je kind.

Want wat is nu uiteindelijk echt belangrijk? Heel eerlijk, niet of ik weet of die meloen nu beschimmeld is of niet, maar wel dat ik weet dat mijn ouders er voor mij zijn en dat ze me steunen.

Als je hier eens met me over wil praten of een vraag hebt naar aanleiding van deze e-mail, stuur me dan gerust een mailtje en je krijgt van mij altijd persoonlijk antwoord.